Onschuld, dat is nou sentimenteel

Renate Dorrestein over haar roman Zolang er leven is.

Martijn Meijer – NRC Handelsblad

Renate Dorrestein liep in Schotland, op de filmset van Verborgen gebreken, haar eigen boek binnen. ,,Een verhaal dat tot dan toe alleen in mijn hoofd had bestaan, en in het hoofd van mijn lezers, was opeens tastbare realiteit geworden’’, vertelt de schrijfster. ,,En alles wat ik zag klopte. Dat was fantastisch. Ik kreeg het gevoel dat er een grote zegen op het project rustte. De oude vrouw Agnes, een van de hoofdpersonen, verblijft op het Schotse eiland Mull. Het weer is daar heel onstuimig. In het boek verstrooit ze op het strand de as van haar broer, en als ze dat heeft gedaan breekt de zon door. Tamara Bos, de scenarioschrijfster, had dat laten staan in ik weet niet hoeveel versies van het scenario. Paula van der Oest, de regisseur, had steeds gezegd: ‘Haal dat er maar uit, ik kan de zon niet op commando laten schijnen’. Ik ging samen met Tamara naar Schotland toe. Toen we landden in Edinburgh kreeg Tamara een sms’je binnen van Paula: ‘We hebben Roberts as verstrooid en de zon brak door’. Toen zei ik tegen Tamara: ‘Dat is alleen maar gebeurd omdat jij die zin hebt gehandhaafd, dat weet ik zeker. Door het op te schrijven heb je het mogelijk gemaakt’. Gnuivend gingen we de boot op, met het idee: zelfs het weer houdt zich aan onze machtige wil.’’

Verborgen gebreken, de verfilming van Dorresteins boek uit 1996, ging begin november in première. Uitgerekend het doorbreken van de zon werd vervolgens door een Nederlandse filmcriticus als kitsch bestempeld. ,,Hij vond zelfs het landschap in de film melodramatisch’’, zegt Dorrestein, nog steeds verbaasd. ,,Alsof Schotland het kan helpen dat het erbij ligt zoals het erbij ligt. Uit zo’n opmerking blijkt de onwil om je over te leveren aan het majestueuze, dat groter is dan wijzelf zijn en een hele hoop gevoel opwekt. Teveel gevoel voor de arme criticus, die het dan maar als melodrama benoemt.

,,De film is in wereldpremière gegaan op het filmfestival van Toronto en de pers daar was er erg enthousiast over. Een vriend van mij, die filmproducent is, zei tegen me, toen ik terugkwam uit Toronto: Renate, wat heb je gedaan? Je had nooit zo enthousiast over de film moeten schrijven in het Hollands Dagboek. Dat vindt de filmkritiek niet fijn, dat jij je een mening aanmatigt op hun vakgebied. Zij zullen wel eens even zeggen hoe het met die film zit. Daar lachte ik toen nog om.

,,Het boek werd destijds trouwens ook niet bepaald lovend ontvangen. De recensenten vonden de personages, een bejaarde vrouw en een tienjarig meisje, volslagen oninteressant, gewend als ze waren om boeken te lezen over mensen tussen twintig en veertig. Er zijn niettemin 120.000 exemplaren van de roman verkocht, het boek is sinds verschijning nooit uit druk geweest.’’

De kritieken op de film en de bezoekersaantallen vallen tegen, maar Dorrestein laat zich niet van de wijs brengen: Verborgen gebreken heeft kwaliteit en zal nog een lang en vruchtbaar leven leiden in het filmhuis-circuit, waar nu al veel interesse in de film is getoond. “Een film heeft maar een korte tijd om zich te bewijzen in de grote zalen. Als je de eerste twee weken niet genoeg bezoekers krijgt, is je film weg. De producent en de distributeur hadden zelf ook al het gevoel dat het een film is voor een publiek dat niet vreselijk snel uitrukt. Mensen met een volle agenda en meer culturele keuzemogelijkheden. Dat verhoudt zich niet zo goed tot het hitsige bioscoopritme.’’ Waarschijnlijk zal in de toekomst nog een boek van haar verfilmd worden. Een Luxemburgse productiemaatschappij is bezig met het scenario van Een hart van steen (1998). “Ik denk dat het een kans heeft’’, zegt Dorrestein voorzichtig. Daarnaast zijn er ook bij vier Nederlandse producenten boeken in optie.

We zitten te praten bij de schrijfster thuis, in het rustige Aerdenhout. “De afzondering is mijn natuurlijke staat’’, zegt Renate Dorrestein (50). Ze heeft haar leven ingericht rond het schrijven: in twintig jaar verschenen er achttien boeken van haar hand. De afgelopen tien jaar zijn haar succes en haar bekendheid spectaculair gegroeid, in Nederland en in het buitenland. Toch heeft het tussen Dorrestein en de vaderlandse critici nooit echt willen boteren. Keer op keer klonken de termen ‘melodrama’ en ‘sentiment’, ook weer in de recensies van haar onlangs verschenen roman, Zolang er leven is.

“Ik ben altijd weer enigszins overvallen door die terminologie’’, zegt Dorrestein. “Als je schrijft, of een film maakt, dan ben je – ook al zegt niemand dat hardop – altijd bezig om emoties te genereren en te manipuleren bij de lezer, of de kijker. Om een verhaal ten volle over het voetlicht te krijgen, moet de lezer iets ervaren. Hij moet op het juiste moment een brok in de keel krijgen of in de lach schieten. Al die emoties zijn vehikels om het verhaal ten volle tot zijn vervulling te laten komen, in het hart en in het hoofd van de lezer. Waarom komt dan het etiket sentimenteel zou gauw ter sprake, als het gaat om een werk waarin heftige gevoelens worden opgeroepen? Misschien omdat ik die gevoelens niet op een cynische of ironische manier behandel. Ik probeer dat juist te vermijden. Dat vind ik nou een vorm van kitsch, als je alles ironiseert en geen ruimte hebt voor de ernst van de emotie.’’

De critici zijn het er niet altijd over eens, wat sentimenteel is en wat niet. Dorrestein geeft een voorbeeld: “In Zolang er leven is begraaft het jongetje Niels, wiens moeder overleden is, zijn speelgoedautootjes in de achtertuin. Volgens Vrij Nederland was dat de allergrootste kitsch. Volgens NRC was dat een prachtige scène. Wat moet ik daar dan van vinden? Ik moet het naast me neerleggen, maar ik word er toch door geïntrigeerd. Er blijkt uit dat op zeer persoonlijke gronden de keuze wordt gemaakt voor het etiket sentimenteel, of kitsch. Terwijl de schijn wordt gewekt dat er overeenstemming bestaat over wat kitsch is. Het lastige van zulke kritiek is dus, dat de recensent de hele tijd vanuit zijn eigen smaak redeneert, maar dat niet kenbaar maakt.’’

Maar u gaat stugdoor met schrijven zoals u schrijft?

“Ik heb me nog nooit iets aangetrokken van een recensie. Anders had ik al jaren geleden een kuil gegraven en daarin plaatsgenomen. In twintig jaar tijd krijg je een historie met je besprekers. Ik kan me voorstellen dat ze denken: verdorie, we hebben het er nou zo vaak ingepeperd, maar ze gaat gewoon maar door. Wanneer leert dat mens haar lesje nou eens?”

“Wat ook een rol speelt, is dat we in Nederland geen sterke traditie van verhalend proza hebben. Waren we vertrouwder met het verhaal, dan waren we ook vertrouwder met de emoties die daarbij horen. De situatie is de laatste jaren wel verbeterd, maar het is nog steeds geen compliment als ze over je werk schrijven dat het ‘leest als een trein’, of dat je als schrijver een ‘echte verteller’ bent. Dat betekent eigenlijk, dat het op randje van het triviale is. Terwijl iedere lezer het fijn vindt als hij lekker kan opschieten en het goed kan volgen. Bovendien doet dat dédain tegenover het verhaal geen recht aan het nut en de noodzaak van verhalen. We hebben verhalen nodig. Ze zijn een belangrijke kennisbron om onszelf en de wereld te begrijpen. Een goed verhaal kan helpen onze liefdes recht te doen, onze doden te eren, alles wat ons verwart te ontraadselen, ons in het reine te brengen met onze sterfelijkheid.’’

Wanneer bent u tevreden over een boek: als de zinnen er mooi bijstaan, of als er een meeslepend verhaal wordt verteld?

“Wat staat het er mooi bij – zo denk ik niet. Ik vind mezelf ook geen groot stilist. Het gaat mij erom of je het hart van de lezer kunt raken. Lezers vragen me vaak hoe het met bepaalde personages gaat. De kleine Carlos uit Een hart van steen, daar wordt vaak naar geïnformeerd. Dan antwoord ik: ‘Wat denkt u zelf?’ De meest geweldige verhalen hoor ik dan, over wat er met dat jongetje is gebeurd. Dat komt doordat die mensen ten diepste zijn geraakt door dat kind. Hij is voor hen gaan leven. Dat is veel belangrijker dan een mooie zin. Als ik moet kiezen tussen efficiënt en elegant, dan kies ik altijd voor efficiënt. Efficiënt en elegant samen is natuurlijk het mooiste.’’

Het woord ‘sentiment’ blijft rondzingen gedurende het gesprek. Later zal Dorrestein opmerken:

“Misschien wordt alles wat met gevoel te maken heeft in deze tijd wel sentimenteel genoemd. En bestaat gewoon geen goede ervaring meer van emoties.”

Het is misschien veiliger om je in het openbaar hard en ongenaakbaar op te stellen?

“We leven in harteloze tijden. Je ziet een toenemende onverschilligheid tegenover alles en iedereen. Dat is blijkbaar zoals het hoort. En als je niet zo doet, dan zit je meteen in het sentiment en melodrama. Aan de andere kant zie je ook een verheviging van emoties. Iedereen die bij André Hazes staat te janken terwijl ze die man nooit hebben gesproken. Dat is niet zuiver op de graat. Het is een kanalisering, de omzetting van een vaag gevoel van onbehagen in een tomeloos verdriet. Niet het verdriet dat je hebt als iemand die je dierbaar is je ontvalt. Dat verdriet heeft meer een stille kant.”

Tijdens het lezen van ‘Zolang er leven is’ moest ik denken aan de onzekerheid waarin Nederland momenteel verkeert. Ook de mensen in het boek ontwaken met een schok uit een vals gevoel van veiligheid en voelen zich in hun bestaan bedreigd.

“Inderdaad, het boek gaat over de ontredderende en deraillerende werking van onzekerheid. Wat gebeurt er met een gezin als een baby plotseling spoorloos verdwijnt? Alle personages worden zo ondermijnd door het ongewisse dat ze, ieder op hun eigen manier, de bocht uit vliegen. Niet weten waar je aan toe bent, dat is volgens de psychologie datgene wat wij het meeste vrezen. Liever de overzichtelijke gruwel dan niet weten wat er aan de hand is.”

Kan een roman ons met die toestand verzoenen?

“Een heleboel zaken keren we het liefst de rug toe. Zoveel onderdelen van het leven zijn zwaar en moeilijk, we zijn daar niet goed voor geëquipeerd. Als het aan ons lag maakten we maar een gering deel van de condition humaine mee. Maar alleen met een boek, samen onder de dekens, durven we het wel. Dan hoeven we niet zelf te lijden, de personages doen dat voor ons. Het lezen als homeopathische ervaring: zo komt het leven verdund tot ons. Dat is de helende kant van de literatuur. Een onlosmakelijk onderdeel daarvan, is dat je gevoelens niet uit de weg gaat, maar dat je ze laat zien.”

In uw boeken spelen kinderen vaak een prominente rol. Dat zie je niet veel in de Nederlandse literatuur.

“Het kind in de literatuur, dat is meestal de jonge schrijver zelf. Maar het kind als volwaardig personage is zeldzaam. Het mooie van kinderen is dat ze niet zo talig zijn. Volwassen personages zitten altijd maar te praten en te mijmeren. Als een kind wraak wil nemen, dan hoef ik niet zes pagina’s met mooie gedachten te vullen over het concept wraak. Dat kind klimt meteen het slaapkamerraam binnen van het buurjongetje waarop hij zich wil wreken en knipt zijn goudvissen in tweeën. Hun kwetsbaarheid vind ik ook interessant, het feit dat ze zijn overgeleverd aan hun opvoeders. Hun loyaliteit is onbeperkt. Je kunt een kind nog zo slecht behandelen, het gaat alleen maar nog harder zijn best doen om je liefde te winnen. Achter elke huisdeur in Nederland kan een waar concentratiekamp voor kinderen bestaan. Dat hebben we de vorige week weer gehoord: 80.000 kinderen per jaar worden in Nederland mishandeld en iedere week komt daarbij een kind om het leven. Ik geef die kinderen graag een stem.”

“Aan de andere kant vind ik hun onverbloemde gemeenheid ook leuk. Onderling hebben ze hun eigen jungle, ze moeten immers oefenen om volwassen te worden. Maar ze verbloemen dat minder dan wij, en daarmee laten ze een stuk van onszelf zien. Kinderen durven te kijken waar een volwassene de blik afwendt.”

De kinderen in ‘Verborgen gebreken’ zien dingen die ze niet zouden moeten zien. Zo wordt hun onschuld beschadigd en…

“Onschuld! Dat vind ik nou sentimenteel. Kinderen zijn niet onschuldig. De jeugd wordt zo vaak valselijk geromantiseerd. Het is helemaal niet leuk om klein te zijn, in een wereld waarin de groten de dienst uitmaken.”

Wat vindt u ervan dat de persoon van de auteur tegenwoordig zo’n belangrijke rol speelt in het succes van een boek?

“In de twintig jaar dat ik meedraai, heb ik de rol van de schrijver zien veranderen. Wij auteurs zijn de popsterren van de intelligentsia geworden. Maar schrijvers tot glamourfiguren maken, dat leidt tot niets. De door mij bewonderde schrijver Kurt Vonnegut heeft gezegd: als je schrijft mobiliseer je het allerbeste in jezelf. Zodra je de computer uitzet is dat weg. Daarom vallen schrijvers in het echt altijd reusachtig tegen. Schrijvers hebben geen interessantere mening te verkondigen dan de mening van wie dan ook. Toch word ik vaak door bijvoorbeeld de Volkskrant opgebeld, of ik mijn mening wil geven over van alles en nog wat. Dat ga ik nooit op in. Ik wil het alleen maar hebben over zaken die met de literatuur te maken hebben.”

U heeft wel de open brief aan Donner ondertekend. [De protestbrief van een aantal cabaretiers, cineasten, theatermakers en schrijvers tegen het voorstel van minister Donner om godslastering vaker te bestraffen.]

“Ik zou die brief niet zo hebben opgesteld, maar ik heb hem toch ondertekend. Ik was het eens met de algehele strekking.’’
Bent u als schrijfster bang voor inperking van vrijheid van meningsuiting?
,,Zo’n vaart zie ik het nog niet lopen. Ik wilde alleen het absurdistische van Donners voorstel onderstrepen. Stel je maar eens voor wat er zou moeten gebeuren als we iets schrijven wat godslasterlijk kan worden opgevat. Krijgen we dan een geldboete of moeten we de cel in?”

Het zal moeilijk worden om een fictieschrijfster op grond van haar werk te veroordelen.

“Ja. En ook mijn personages kunnen niet opgesloten worden.”

Dus in een boek moet je alles kunnen zeggen en hoef je met de moraal geen rekening te houden?

“In theorie. In de praktijk moet het verhaal zijn eigen zuiverheid dicteren. In Zonder genade zag ik de hoofdpersoon iets doen waar ik echt heel erg op tegen was: hij maakte de vriendin van zijn pleegzoon zwanger. Ik keek er naar met het gevoel: doe dit nou niet. Maar in het kader van zijn ontreddering was het een verklaarbare daad. Dan krijgt het immorele net even een ander accent. Het wordt iets onontkoombaars omdat het bij de motor van het verhaal hoort.”

Kunt u zo’n daad dan ook onbestraft laten?

“Nee, het personage moet zichzelf straffen. Daarvoor ben ik teveel een moralist. Dat is trouwens ook een scheldwoord dat mij vaak wordt toebedeeld.”

Heeft literatuur een morele taak?

“Moraal hoort net zo zeer thuis in literatuur als gevoel. Een van de functies van de literatuur is om de moraal te bekrachtigen. Als je een boek leest kun je zien hoe een ander zich er doorheen slaat. Stel, je kind wordt doodgeschoten in de disco. Misschien helpt het als je daarover een roman leest en ziet hoe die andere ouders ermee in het reine proberen te komen. Het is een heel karwei om een fatsoenlijk mens te blijven als de omstandigheden onfatsoenlijk worden. Daarin biedt literatuur ons voorbeelden, laat ze ons dingen zien. Zie de mens, in het nauw gebracht door zijn eigen onvermogen; dat is wat je doet als je schrijft.”

Bron: NRC Handelsblad, Cultureel Supplement, 26 november 2004.