Peter Vos heeft de illustraties voor het boek gemaakt.

Fragment uit Mijn zoon heeft een seksleven en ik lees mijn moeder Roodkapje voor

November

Ik was net met mijn zusje aan het bellen op het moment dat het moet zijn gebeurd. Had me onder het praten een glas wijn ingeschonken, de gordijnen dichtgedaan, lampen aangestoken. Bij mij was het kwart over zes, mijn werk zat erop.

Voor Francien niet, bij haar was de dag pas half om. Zij fokt paarden in Saugatuck, Michigan, samen met haar vriendin Nell. Ze wonen in een trailer op de stoeterij, kijken ’s nachts naar heldere sterren aan een onvervuilde hemel, baden een groot deel van het jaar in ijskoud water en lopen op laarzen die ze kopen bij een oude indiaanse vrouw. Ma zegt altijd: Ik heb heus geen moeite met Franciens persoonlijke leven en Nell is een lieve schoondochter, maar waarom niet een beetje lippenstift. Ik zou zelf niet weten waarom wel, maar ma uiteraard des te meer.

We hadden het over niets bijzonders. Francien vertelde hoe ze ’s ochtends vroeg in haar pick-up op pad was gegaan om een bestelling prikkeldraad op te halen. Op de terugweg had ze bij een kraam appels gekocht om cider van te maken. Nu zat ze weer thuis, in haar keukentje
van golfplaat. Nell en zij hadden net warme broodjes gegeten. Ook bij haar was het dus een doodgewone dag, een zoals alle andere, alleen besef je pas hoe geweldig het alledaagse is als je rust wordt verstoord.

En nou jij, zei ze. What’s new?
Wacht even, een opvlieger, antwoordde ik. Liep met de telefoon aan mijn oor naar het raam, trok gordijn en venster open, en stak mijn hoofd in de herfstige avondlucht. Ik zei: We kregen gisteren een mailtje van Storm, uit een internetcafé.

Onze zoon was twee maanden daarvoor met zijn fiets naar Australië vertrokken. Had-ie stoere verhalen? vroeg Francien. Z’n pinpas verloren, zei ik terwijl ik mijn hals depte.

Buiten kwam er een vliegtuig laag over, richting Schiphol. Misschien zat er een kind in dat veilig en wel, ongedeerd en ongeschonden, naar zijn ouders terugkeerde. Mijn zusje begon aan een betoog over het nut van levenservaring voor zeventienjarigen.

Ging er maar bij op de vensterbank zitten, mezelf koelte toewuivend. Buiten zag ik Peter rondlopen, in het nevelige schijnsel van de kassen. Ongetwijfeld hadden de tuinlieden alles keurig achtergelaten en maakte hij louter voor zijn plezier nog een laatste rondje. Bij de moederbedden bukte hij zich om iets van de grond op te rapen. Hij zag er tot mijn opluchting tevreden en ontspannenuit. Oktober en november zijn onze rustigste maanden, dan hebben we nog niets in bloei en zijn we gesloten voor het publiek.

We kweken helleborussen. We bieden, zo staat het ook in de inleiding van onze catalogus, handbestoven oriëntalishybriden in alle kleuren en bladtypes aan. Aangezien we hier op schrale bodem zitten, hebben we veel ervaring met het verbeteren en vochthoudend maken van de grond. We werken bij voorkeur met twee jaar oude, ongezeefde bladaarde. Onze planten groeien gestaag en gedegen op, zonder met kunstmest te worden opgejaagd. Hoe trager de groei, hoe vitaler de plant. Een helleborus die nooit onder stress heeft gestaan, past zich na verkoop ook beter aan de nieuwe situatie aan.

Laat hem maar lekker fietsen, zei Francien, veel kids gaan tegenwoordig na school eerst een jaar op reis. Ik deed het raam dicht, ineens afgekoeld, en ging weer op de bank zitten.

We begonnen aan het volgende onderwerp: ma. Nog nieuwe uitspattingen? vroeg Francien. Na haar Swarovski-oorbellen, bedoel je?
Dat is alweer een week geleden! We schoten allebei in de lach. Joan Collins de tweede, zei Francien. Maar jij hoeft je in elk geval niet af te vragen wat je straks met de kerst met haar moet. Die vermaakt zich zelf wel. Nou en of, ze gaat vast weer bridgen op de Veluwe, met een stel andere oude knarren en… o, daar is Peter. Ik dekte de hoorn met mijn hand af en zei: Ben even met Francien aan het praten. Alles goed met haar? vroeg mijn man. Hij pakte de krant die naast me op de bank lag en liet zijn ogen over de voorpagina gaan. Toenemende terrorismedreiging.
Veertig miljoen aidspatiënten. Oplopende spanning in het Midden-Oosten.
Groeten aan Peter, riep mijn zusje.
De groeten van Francien, zei ik.